Ze loopt vaak een rondje rond het kerkhof. Haar man ligt daar en zo blijft hij in haar leven.
Bus 38 brengt haar naar de ingang van het kerkhof. Hier start haar wandeling die precies twee kilometer is en een uurtje duurt. Ze praat tegen hem zoals zij haar hele leven heeft gedaan. Met enige afstand, maar toch vol liefde.
Het geeft haar rust en een gevoel van vrijheid. Zo draait zij haar rondje omdat de dokter heeft gezegd dat zij moet bewegen. De bus brengt haar terug naar de andere kant van de stad, waar het nog stiller is.