De achterwand is de gevel van een boerderij. Het woonvertrek is op de eerste verdieping. Op de begane grond zijn deuren naar opslagruimtes. De opkomsten zijn van links en rechts boven. Het linker zijtoneel bestaat uit de wand van een bijgebouw, waarlangs een trap omhoog loopt naar het woonhuis op de eerste etage. Het stuk beslaat een tijdspanne van 24 uur. Het is avond. Een man heeft een liftster meegenomen. De auto krijgt pech. Ze lopen naar een boerderij. Het regent. Er brandt alleen een lampje op de wand links.(opkomst van rechts)

Man      : Hallo … is daar iemand?