‘Wat stelt het voor?’ vraagt de man. Hij staat achter de schilder en trekt nonchalant aan zijn sigaret, terwijl zijn hond zichzelf uitlaat. Zorgvuldig plaatst de schilder zijn kwast op het doek en het lijkt alsof hij niet hoort wat de man zegt. In de verte slaat een klok en de warmte van het veld doet de lucht trillen.
Langzaam trekt de kwast over het doek, waarbij de verf als zijmorenen achterblijft op het doek. Met een net iets te hoekige slag draait de schilder zich naar de man en zegt: ‘stil-even.’