Twee mét, dertig zonder. Mensen
kletsen maar wat. De lucht blauw.
Het is niet waar, of maar gedeeltelijk.
Je ziet lage wolken tussen de flats.
Er zijn bomen, de auto’s staan
de hele dag en ’s avonds ook.
Dan is het licht ongekleurd.
Niemand spreekt, geen muziek.
Op deze avond tel ik er geen.