Ze stappen uit en gaan met de trap
naar boven. Eeuwig jong, minder
ouwelijk dan vroegere lichtingen.
Geen dassen, bolhoeden, hospita’s
die ’s avonds thee met een kaakje
brengen en voorzichtig vousvoyeren.
Resten de vriendschappen, het lachen
om niks, blikken die bijna niemand ziet,
nachtenlange avonden, berichten in lucht.