Maanden reizen hiervandaan, weinigen
hadden het betreden. Na eeuwen
een mistige naam meer dan een plek.
Gidsen waren niet te vinden of dood.
Hun kinderen spuwden op de grond,
sloegen een kruis, sloten hun huis.
Tot een pelgrim terugkwam, afgeleefd,
en met een koortsige gloed prevelde:
Melanchthon, ik was in Melanchthon.