Visserijplein

Na de blauwe deuren van de zomer,
ramen die open konden blijven, na
de reis en het uitgetelde geld komt
de kou, de herfst, de tas met gaten
waardoor alles is weggewaaid. Wij
zijn niet alleen, de anderen zijn ook
hun plaatsbewijzen kwijtgeraakt. We
wachten op vervoer, op vervulling van
onze oudste woorden: honger, ik wil,
kan niet, geef mij, ik, mij, moe, thuis.

Geef mij wat overschiet, hier is een
schappelijke prijs. Nu nog geen honger,
maar ook aan de herfst komt een eind
waar we nu nog niet aan durven denken.

Plaats een reactie